maandag 31 december 2012

Vuurwerkouders

Lieve Iris,

Ik heb niets tegen korte rokjes. Ook niets tegen kleine meisjes. Eigenlijk is een combinatie daarvan een droom voor elke twintigjarige jongen met de bovenkamer van een zeventienjarige puber. Maar goed. Daar beginnen we niet over. En ook al ben je saai, mijn liefde voor jou gaat verder dan mijn liefde voor pindakaas. En dan weet jij wel hoe ver het is.

Enfin. Vandaag gaan we met z'n allen vuurwerk afsteken. Om tien uur werd ik mijn bed uitgeknald door tienjarige randdebielen die het nodig vonden een magazijn vol rotjes voor mijn deur af te steken. Maar nee, daar ga ik je niet over schrijven vandaag, Iris. Vandaag gaat het over de ouders van de rotjeskinderen. De vuurwerkouders.

Zaterdagmiddag was ik aan het werken in Utrecht. In de Vogeltjesbuurt. Ik weet niet of je die buurt kent, Iris? Dat is ongeveer één derde student, één derde Islamiet en de rest is pauper. Je weet wel, van dat panterprintleggingvolk. Een gezellige volksbuurt vol met vuurwerkkinderen. En vuurwerkouders.

De eerste vuurwerkouder die ik tegenkwam was een vrouw. En niet zomaar een vrouw. Een diamanten puist boven haar lip, een strakke legging over haar iets te dikke bovenbenen. Om het af te maken een panterprintjas met een otter in haar nek. Naast haar liep haar dochtertje in exact dezelfde outfit, zonder de puist. Daar was ze te klein voor. Ik weet hoe het komt, Iris. Moederlief is een vuurwerkouder. Er moet haast wel een rotje in haar gezichtsveld zijn afgegaan. Je weet wel, dat je zo'n waas voor je ogen hebt. Want ja, anders ga je zo echt de straat niet op.

Scooters zijn in bij vuurwerkouders, Iris. Vuurwerkvader komt ook op de scooter. Met een Jumbotas vol vuurwerk. Zijn telefoonnummer wist hij niet meer uit zijn hoofd, omdat hij een nieuwe telefoon had gekocht voor zijn vuurwerkhandeltje. Elk jaar opnieuw een nieuwe telefoon. Hij hield ook wat achter voor zijn zoontje van acht.

Ik snap het niet, Iris. Toen ik een jaar of acht was, stond ik blij met sterretjes te zwaaien terwijl mijn ouders hun glas rode wijn omhoog hielden om te proosten op weer een nieuw jaar. Ik mocht maximaal twintig euro uitgeven aan knallers en tolletjes. Nu ben ik er blij om. De jongens die toen voor tientallen euro's lieten exploderen, verzuren nu in één of andere bouwval met een belachelijke oranje helm. Want het zegt niet veel over de kinderen als ze veel vuurwerk afsteken, Iris. Nee, dat zegt meer over de ouders.

Oh, ik wens je nog een knallend uiteinde van dit jaar.

Groetjes thuis en liefs,

Bram

vrijdag 28 december 2012

Het KIO-gala

Liefste Bram,

De kerst is weer voorbij, iedereen is uitgeteld, uitgepakt en voornamelijk uitgebuikt. We kijken terug op twee dagen vol druiperige regen maar voornamelijk twee dagen met mooie dingen, lekker eten en mooie mensen in mooie kleren. Ik niet Bram. Ik niet. Ik kijk terug op een slettenbijeenkomst met vijftienjarige puberpuistjongetjes en stringbilmeisjes.

Voor de kerst moest ik het zusje van mijn beste vriend opmaken. Want ze ging naar een gala. Alles wat met make-up, prinsessen en mooie auto's te maken heeft wil ik bij zijn. Dus daar ging mijn opgemaakte prinses. In een keurige jurk, haren opgestoken, leuk make-upje erbij van mijn hand. Naar een keurige school, op een keurige manier. Achterop de paardenkar samen met een vriendinnetje. Allemaal brave zestienjarigen. Dacht ik tenminste.

Braaf als ik ben stond ik tussen de rij trotse papa's en mama's die keken naar hoe hun kinderen in te dure wagens aankwamen. Vijftienjarige knulletjes met puberpuistjes die staan te hakken op een trekker met zwaailichten en met een boer als chauffeur, dat is nog leuk om naar te kijken. Wat minder leuk is zijn de meisjes tegenwoordig. Je kunt ze ook wel Kleine KimHollandjes In Opleiding noemen. Al zou jij dat misschien juist wel heel leuk vinden, Bram.

De ergste KIO van de avond stapte uit een geweldige groenmetallic wagen. Samen met haar KIO-vriendinnen viel ze zo'n beetje uit de Chevy Impala, want de Empire-State-Buildings onder haar voeten hadden niet zoveel zin. En dat was niet zo charmant. Haar rokje was zo kort -huh? had ze een rokje aan dan?- dat de wind haar billetjes liet bevriezen. En dat konden wij allemaal aanschouwen, Bram. Ze stond daar in haar zwarte stringetje te stralen voor haar galafoto. Zoveel voor als achterkant. Niemand die er iets van zei. Zelfs haar eigen moeder niet.

Terwijl de KIO's richting slettenhemel liepen stonden hun vriendjes al lekker voor de deur te roken, met drie flesjes bier tegelijk in de hand. Met de rug naar hun vader en moeder, want ze krijgen geen rijbewijs meer van papa en mama als zij het te weten komen. Maar roken is cool als je net 16 bent, Bram. Het liefst nog jonger. En als de meisjes voorbij komen lopen sla je ze op hun bil. Want die ligt open en bloot voor je klaar, in een zwarte string met glitters. En je bent de man van de avond.

Ik zwijmelde tijdens deze sletjesbijeenkomst wel even terug naar mijn eigen gala, Bram. Tweeduizendtien alweer. Dat voelt inmiddels als eeuwen terug, en zo is het eigenlijk ook. Ik weet nog goed hoe ik samen met mijn moeder een jurk uit ging zoeken. Als iets te bloot was pakte mijn moeder de onderkant vast en trok ze de rok tot ver onder mijn knie. Alles wat omhoog kroop werd weggegooid als afval. Omdat een echte dame klasse heeft, Bram.

Tegenwoordig is de maatstaf 'klasse' iets wat net over de flamouche kan, roken moet zo vroeg en stiekem mogelijk en je hakken zijn langer dan je onderbeen. Make-up moet extreem, de muziek is hardstyle en de help-ik-krijg-tietjes moeten goed zichtbaar en opgevuld zijn. Wat zijn wij ouderwets Bram. Maar wat is het leuk om te kijken naar deze generatiekloof. Lachend ga ik naar huis. Ik kan met alle trots terugkijken naar mijn galafoto's, want mijn jurk kwam tot mijn knie. Ik ben saai. Dank god. (en Jezus)

Groetjes, Iris

Ps. Salina, deze is niet voor jou, jij was mooi!
P.ps. Sorry voor als je 17 bent.

dinsdag 25 december 2012

Homo's en Jezus

Lieve Iris,

Jezus is een onbereikbare man. En ook al bereik je hem, dan heeft hij er schijt aan. Het boeit hem niet. Wat hij zegt en beweert, dat is de waarheid. Jan-Peter en zijn vrouw zullen het beamen. Want het staat nou immers geschreven. En wat geschreven staat, dat is waar. Ook al is het een oudbollige lap tekst met onverklaarbare zinsconstructies. Zo is het. Zo moet het zijn. Iedereen moet zich eraan houden, Iris.

Tussen het verorberen van mijn gepaneerde kipfilet, de slagroomvruchtentaart met extra slagroom en twee kilogram kerstkransjes met gekleurde spikkels, heb ik me geërgerd aan de geestelijk leider van deze wereld. De Paus. Je kent hem wel. Die man met de witte haren, het witte gewaad en een dozijn aan golfkarretjes die liefkozend Pausmobiel wordt genoemd. Die man.

Want wat zei onze vriend, Iris? Iets over homo's. Die zijn vies, smerig, onaangenaam en slecht voor de mensheid. Bijna net zo erg als de Nazi's, als het aan Paus Benadixkut ligt. Het is een gevaar dat dient worden uitgeroeid. Alsof de satan zijn duivelse stok in de poeperd van een man steekt en hem zo op hetzelfde geslacht laat vallen. En dat is niet goed. Zo staat het niet geschreven. De man houdt van de vrouw. Het staat zwart op wit in de Bijbel, Iris.

Hij legde er nog maar eens de nadruk op tijdens zijn jaarlijkse bedankt-voor-die-bloemen-toespraak. Stiekem moet ik er wel om lachen, Iris. Ik ga dan altijd denken aan het verhaal van kerst. Jezus werd geboren uit de Heilige Maagd Maria. Een engel bracht haar de bevruchting terwijl Jozef hout aan het hakken was en bramen zocht. Zo staat het ten minste geschreven.

Maar, Iris, ik heb een andere versie gelezen. Na een avond met veel wijn werd Maria verleid door een man. Ze wilde trouw blijven aan Jozef, maar kon door haar dronkenschap haar vrouwelijke hormonen en klepperende eierstokken niet bedwingen. Op een hooiberg in een verlaten steegje bedreven de twee de liefde. Bij het afscheid vroeg Maria de man naar zijn naam. 'Zeg maar dat het God was', vertelde de beste man haar. En zo geschiedde. Negen maanden later werd ze moeder van Jezus. Terwijl Jozef alleen maar hout hakte en bramen verzamelde. Het was een wonder. Wie kon de vader zijn? 'God', zei Maria.

Zo is het gegaan, Iris. Dit is de waarheid. Het staat geschreven.

Liefs,

Bram

maandag 24 december 2012

Holy shit! Ik kreeg een brief van Jezus en schreef hem terug

Lieve Bram,

Kerst draait heus niet alleen om eten en oliebollen, hoor. We vergeten wel eens de oorsprong van kerst. Maar daar hebben we allemaal schijt aan want de kerstman is eigenlijk gewoon je vader en je wil helemaal niet nadenken over mannen op lederen sandalen met sokken erin en littekens in hun handen. Want eten en cadeaus zijn veel leuker, Bram. Dat weten we allemaal.

Ik zat gewoon rustig op de bank en opeens deed iemand een brief door de brievenbus. Je weet wel, zo'n perkamentsoort uit 1880 met een zegel en een strik er op. Ik vroeg me af wie er tegenwoordig nog brieven schreef en ik opende de strik. Holy shit! Ik kreeg gewoon een brief van Jezus, de echte, en die was best zielig. Hij was namelijk op zijn eigen verjaardag in zijn crib (de kerk) aan het chillen en mensen vergaten hem gewoon. Hij zat te huilen in een hoekje. Ik vond dat best zielig allemaal dus ik schreef hem terug.

Lieve Jezus,

Vet heftig allemaal, die verjaardag van jou. Je vertelde dat kinderen de kerstman tegenwoordig zien als de nieuwe Jezus en daar baal je van. Ik snap het wel. Maar vergelijk even met me mee. De kerstman is een oude gast in een stralend rood pak met bont, een glanzende baard EN hij heeft cadeautjes bij zich. Hij laat zich vervoeren door rendieren, want auto's zijn te mainstream. De kerstman is de vriendelijke kinderlokker die zelfs lolly's uitdeelt aan de vervelendste rotkinderen. En jij? Jij bent een oude man met een versleten lap langs je tampeloeris, vet haar en bloed aan je handen. Aan cadeautjes doe je niet, want hersenspoeling is volgens jou het beste cadeau. 

Je schrijft dat je geen plek hebt voor mensen die jouw brief negeren. Zo zo! Is dat nou een kerstgedachte? Mensen buitensluiten die niet streng genoeg geloven in jou? Verder heb je het lef om Mijn, Jezus, Ik en nog meer termen die verwijzen naar jouw geweldige zelf met hoofdletter te schrijven. Maar daar maak je helemaal geen vrienden mee Jezus. En dat wil je, want anders schreef je mij geen medelijden-opwekkende brief. Iedereen moet maar aan jou denken, terwijl kerst het feest moet zijn waar we allemaal gelijk zijn, samen om een tafel. Jezus man, hoe ga je je hier nog uit lullen?

Lieve Jezus, houd je me voor de gek? Ik weet heus wel dat jij waarschijnlijk helemaal niet kan schrijven daar in de hemel en dat deze brief eigenlijk is geschreven door Jan-Peter van Grieshoven. Een man met zeventien kinderen (want dat moest van jou) die houdt van golf (maar niet op zondag) en van zijn vrouw (streng gelovig en gehersenspoeld). Net zoals ik deze brief nu de leegte instuur, is die brief van jou geschreven door iemand met veel leegte. In zijn hoofd. Wie houdt wie nu voor de gek?

Begrijp me niet verkeerd Jezus/Jan-Peter, ik heb namelijk helemaal niets tegen het geloof, want het geloof is namelijk ook gewoon niets. Leegte. Het is iets wat in je hoofd zit en je leven beïnvloedt. Maar niet dat van mij. En dat wil ik graag zo laten. Doe dus vooral niet je best om op deze trieste manier zieltjes te winnen en druk die brief alleen bij gehersenspoelde dames met lange rokken en haarnetjes naar binnen. Voor hen is het toch al te laat. Laat de kinderen lekker aan hun kerstmanlolly's zuigen. En ohja, doe iets aan dat ego. Dreigementen zijn zo 2011.

Ps. Naar welk adres moet deze brief eigenlijk?
Pps. Mocht je dan toch ergens rondhangen doe iets aan die versleten lap en sandalen. Het is sale bij H&M.

Groetjes, Iris

donderdag 20 december 2012

Kerstgedachte


Lieve Iris,
Het is bijna kerst. Dan gaan we met z’n allen rond de tafel zitten en eten voor tien terwijl we uiteraard denken aan de hongerige Afrikaantjes. We nuttigen net zoveel wijn als ze daar water hebben en kunnen we tweehonderddrieëntwintig buikjes vullen met het geld dat wij spenderen aan onze gourmetmix.

In de naam van de vader, de zoon, de heilige geest. Schaften. Een kruisje slaan en daarna met mes en vork aan het grote werk beginnen. Een kalkoen, duizend kippenboutjes en een dozijn gevulde eieren. En vooral denken aan de honger in Afrika terwijl wij onze magen verwennen met al het lekkers wat de plaatselijke supermarkt te bieden heeft. Het is onbeschoft, Iris. Onbeschoft lekker.

Maar weet je wat ik het mooiste vind aan de feestdagen? De oliebollen. Vette zooi met appel en rozijnen erin. Niemand maakt ze beter dan mijn moeder. Elk jaar weer in de oude, haast antieke frietpan zorgt ze weer voor mondorgasme. Je zou ze eens moeten proberen, Iris.

Ook al zijn de oliebollen van mijn moeder niet rond, de professionele oliebollenbakkers kunnen er niet tegenop. Ik hou van oliebollenkramen. Waarom? Omdat er altijd van die simpele mensen achter de toonbank staan. Mensen die het leuk vinden om elke dag ergens anders neer te strijken en hun oliebollen te verkopen aan de hongerige consument. Al zullen ze dat woord misschien niet eens begrijpen.

Vandaag liep ik rond in Zaltbommel. Daar stond er ook een. Achter de toonbank stond een man van drieëntwintig, al leek hij vele jaren ouder. Hij was dyslectisch als de pest en kon niet schrijven. Of ja. Hij kon wel dingen opschrijven, maar dan kon ik een hoogleraar ontcijferen van Grieks-Chinese tekens bij me roepen om te lezen wat hij nou eigenlijk wilde zeggen. Gelukkig kon hij er zelf wel om lachen.

Ik lachte ook. Ik vind het mooi dat mensen hun beperkingen links kunnen laten liggen en genieten van wat ze aan het doen zijn. Hij heeft op z’n drieëntwintigste een eigen oliebollenkraam en gaat blijft het voor de rest van zijn leven doen. Daar is hij tevreden mee. Misschien is dat wel de beste kerstgedachte.

Liefs,
Bram 

dinsdag 18 december 2012

Kutmarokkaan of kutnederlander?

Lieve Bram,

Nederland wordt steeds asocialer, zo zie je maar weer tijdens je treinreis. Helaas merken we het asocialer worden van Nederland niet alleen in de trein, maar overal. Het nieuws staat er vol van, een man kan schaamteloos seksen met zijn 15-jarige stiefdochter en dat op film zetten, we willen Johannes (of Johanna) de bultrug niet redden en een paar jongens, net uit de luiers, rossen een grensrechter zo ernstig af dat hij sterft.

Dat het erg is dat een paar kleine snotjong een man van het leven kunnen beroven om een spelletje, hoef ik niet uit te leggen. Maar wat mij het meest opviel, Bram, is dat de focus wordt gelegd op de afkomst van wie het heeft gedaan, en niet op de man die daar gestorven is. Kranten schrijven maar al te graag dat het een Marokkaantje was die de man in elkaar schopte. En vreemd genoeg gaan de Nederlanders daar lekker in mee. Want Marokkanen zijn kut, zo zie je maar weer.

Een week terug las ik een interessante brief (de Volkskrant, zie link onderaan) van Malika el Allaoui, een Marokkaanse studente. Zij schrijft dat het niet goed is dat we Marokkanen steeds afzeiken/aanwijzen, omdat Marokkanen zich dan minder welkom voelen in Nederland. Het doet pijn om over één kam geschoren te worden, zo stelt ze. Ze vindt ons Nederlanders discriminerend, kleinerend en racistisch. Het is allemaal de schuld van de Nederlanders dat Marokkanen zich misdragen, als we Malika moeten geloven. Maar ik geloof haar niet meer, Bram.

Zelf heb ik ook niet heel veel met het Marokkaanse volk en dat durf ik eerlijk te zeggen. Ik ken een ontzettend lieve en slimme Marokkaanse meid die rechten studeert en waarschijnlijk meer motivatie in haar teen heeft dan de meeste Nederlandse jongeren in hun hele lichaam. Maar hoe niet-graag ik dit ook zeg, zij is toch echt een uitzondering. Misschien komt het imago door het defensieve uiterlijk van Marokkanen, misschien doordat ze zovaak negatief in de media komen. Malika zegt dat 95% van de Marokkanen goed zijn, en vijf procent slecht. Hoe kan het dan zo zijn dat we 'toevallig' zoveel slechte berichten lezen over onze verre zuiderburen?

Uit eigen ervaring weet ik dat Marokkanen simpelweg een andere cultuur kennen. Een cultuur vol agressie en bijna elke Marokkaan die ik ooit gezien of gesproken heb (dat zijn er VEEL) is defensief aangelegd. Ze doen een beroep op hun huidskleur wanneer het hen uitkomt. In plaats van nadenken over waarom Nederlanders zo over hen denken zijn ze te druk met verdedigen. Want Nederlanders zijn racisten, en Marokkanen zijn niet allemaal crimineel. Zo gaat het keer op keer, Bram. Nederlanders houden hun armen stijf over elkaar en Marokkanen zwaaien er kwaad mee in het rond.

Afgelopen zaterdag werkte ik samen met mijn baas in de winkel. Een Marokkaanse jongen van een jaar of 20 kwam aan de kassa met een parfum, zonder bonnetje. Die wilde hij graag terugbrengen, maar dat mag niet zonder bon. Zo is het voor hem en zo is het voor ie-der-een. Toch vond hij het nodig om mijn baas voor vuile kankerhomo uit te maken, en vertelde hij dat wanneer er een blanke voor de neus voor mijn baas zou staan hij WEL alles goed zou vinden. Want mijn baas is een racist. En hij zou zo snel mogelijk ontslagen worden, want daar ging hij persoonlijk voor zorgen. Uiteraard bleef het alleen bij bedreigen, zoals bij (te)veel gevallen.

Volgens Malika is het probleem dat de Marokkanen zich nooit een volwaardige Nederlander voelen, als wij blijven denken dat alle Marokkanen hetzelfde zijn. Simpelweg -en kinderachtig- zegt ze, houd mij en mijn familie erbuiten, wij zijn wel fatsoenlijk. Maar wat ze vergeet is dat het wel haar landgenoten zijn die verantwoordelijk zijn voor wat er gebeurt in Nederland. Marokkanen verstoten zichzelf in Nederland en daar doen ze niks aan. Malika doet een poging door een medelevenopwekkend stuk te schrijven, maar ze denkt niet aan een oplossing. Net zoals de rest. Ze zijn te druk om zich te verdedigen om ook maar te denken over een oplossing.

De vraag blijft nu wie hier fout is, Nederlanders of Marokkanen. Het antwoord is heel simpel: in elk volk zitten foute mensen. Nederlanders zijn evengoed fout. Wat ik jammer vind van onze Marokkaanse inwoners is dat zij zichzelf niet lijken te willen verbeteren, en wij Nederlanders liever neerbuigend toekijken dan helpen. We zuigen slechte berichtgeving over Marokkanen in, met plezier. Ik ben bang dat de Marokkaanse samenleving nooit echt kan blenden met Nederland als het zo doorgaat. En dat is evengoed onze schuld als die van hen. Hoe wij Marokkanen afstoten, stoten Marokkanen zichzelf af. En wie bedenkt een oplossing? Juist, niemand. Oplossingen komen wanneer het te laat is, en schuld afschuiven is makkelijk- zo blijkt nu maar weer.

In plaats van dat we constant vingertjes naar elkaar wijzen, kunnen we beter denken aan oplossing. In een land waar alles verdomd goed geregeld is, kan dit niet eens ter sprake worden gebracht, laat staan worden opgelost. Marokkanen zijn een deel van ons land en we moeten dit deel niet afstoten, maar onze armen openen voor deze mensen. We moeten die taak niet aan de politiek overlaten, want de dag dat Geert Wilders baklava eet met een groepje Marokkaanse jongeren komt niet. We moeten het zelf doen. En Marokkanen moeten terugknuffelen. Dat kunnen ze best, kijk maar naar Ali B.

Groetjes, Iris

PS. De blog van Malika lees je HIER

Lieve Bea - Door Valentijn

Lieve Iris en beste Bram,

Vandaag stap ik in het warme bad dat jullie al een tijdje delen. Zoals jullie mogelijk al wel opvalt, stuur ik namelijk ook een brief en sluit ik me daarbij aan bij deze sekte van penvrienden. Toch moet ik jullie spijtig genoeg teleurstellen. Deze brief gaat namelijk niet direct uit naar jullie. Nee, deze brief is gericht aan iemand anders. Bij sommigen staat ze bekend als  “Prinses Glimlach”, maar bij mij heet ze gewoon lekker Bea. Misschien ken je d'r wel.

Uw lieve schoothond, nee niet Samson maar die andere, heeft namelijk mede mogelijk gemaakt dat uw landgenoten (wij dus) voortaan twee jaar langer mogen doorbikkelen voordat wij onze dagbesteding mogen inruilen voor het leren breien en het kunnen bloemschikken. Nu klinkt dat als een zware taak en een extra last op onze schouders, echter denkt u daar geheel anders over. U weet namelijk vrij prominent een middelvinger op te steken naar de blaffende honden die niet tevreden zijn met dit akkoord. Waar de gemiddelde Nederlander namelijk ‘zeurt’ om een verhoging tot 67 jaar, snelt u zich namelijk nog steeds op uw 74ste levensjaar naar opduikende rode linten. Deze knippen zich namelijk niet vanzelf door. Blauw, rood, geel of groen. Als er maar een plechtigheid achter zit. Is het echter niet tijd om het gouden schaartje eens door te geven? Wellicht met een rode of gouden strik eromheen voor onder de kerstboom?

Is het niet tijd dat hoe-heet-hij-ook-alweer eens koning wordt? Die met dat blonde haar en die drie kinderen. Nee, niet Máxima maar die andere. Dan kunt u ook eindelijk eens heerlijk achter de geraniums kruipen, wel in een overgevlogen porseleinen vaas met ingezette robijntjes en omringd met goud uit Dubai uiteraard. Eindelijk eens lekker rummikubben met die lieve A3 van kleindochters. Hoe gaat dat schattige drietal namelijk weer een winter overleven zonder een met liefde gebreide trui van oma? Zo kunt u toch nog heerlijk blijven knippen in linten. Knippen in linten wol.

Liefs,
Valentijn

maandag 17 december 2012

Treinbabbels


Lieve Iris,
Laatst schreef je mij over het autistische gedrag van treingangers. Iedereen die maar in hun eigen wereldje hun Justin Bieber luisteren terwijl ze schaapachtig naar hun telefoon lachen.  Soms zijn er van die momenten dat je die mensen gaat koesteren. Soms hoop je gewoon dat eindelijk iemand een keer z’n bek dichthoudt. Zeker op zondagavonden rond een uur of negen. Want dan zit ik in de trein naar Tilburg en wil ik rust.

Maar rust kreeg ik niet, Iris. Ik stapte vol goede moed mijn coupé in en zocht een zitplekje in een vierzitter. Voor mij een stelletje, achter mij een stelletje en – verwacht het niet – naast mij ook een stelletje. Normaal heb ik daar geen moeite mee; ik ben één van die autisten die schaapachtig lacht naar zijn telefoon terwijl hij naar muziek luistert. Maar zondag was het anders, Iris. Mijn telefoon was leeg en mijn oortjes thuis. Dan kan je maar één ding doen: luisteren.

Het stelletje voor mij bestond uit een langharig berenjong en een ginger met ziel. Waarom ze een ziel had? Ze was aan het huilen. Het ging slecht op school, het ging slecht op het werk en het ging slecht thuis. Haar vriend probeerde haar tranen tegen te houden met vage beloftes over pannenkoeken met stroop, maar het mocht niet baten. Ik kreeg de drang naar het meisje toe te lopen, mezelf voor te stellen en te vertellen dat ik mijn billen niet goed afgeveegd heb en daar billenkoek voor heb gekregen van mijn opgezette cavia.

Ik snap niet waarom mensen in een openbare ruimte zo luidkeels praten over zichzelf en hun problemen. Het stelletje naast me had het over seks. Dat is nog enigszins aan te horen, was het niet dat de vrouw het mannetje was en omgekeerd. Ik hoef het niet te weten, Iris. Misschien werkt het wel opwindend. Praten over je poedelnaakte zelf in een treincoupé. Het viel me mee dat ze elkaar niet besprongen.

Ik verlang naar een stiltecoupé in de sprinter op dit soort momenten, Iris. Hele levens worden besproken in de trein. Huilen, lachen en knuffelen. Men doet het allemaal in de openbare babbelruimtes van de NS. Als ik alleen ben, praat ik met oude mannen. Die hebben geen problemen. Die zijn blij dat ze nog zelfstandig kunnen reizen.

Nu ga ik weer met de trein. Van Den Bosch naar Tilburg. Vergezeld met een broodje kebab. Ik hoop dat ik aangesproken wordt door een luidkeelbelslet. Dan wordt het leuk.

Liefs,
Bram

zaterdag 15 december 2012

It all comes down to one thing

Hallo Iris en Bram!

Het zal niemand ontgaan dat binnen nu en ongeveer anderhalve week de wereld zal vergaan. Althans, daar loopt iedereen al het hele jaar over te stressen. Want het Maya-volk heeft, al dan niet bewust, haar kalender niet bijgewerkt.
En dan vergaat de wereld. Toch, of niet? Volgens de Maya’s komen er in ieder geval ‘grote veranderingen’. Maar ja, die zijn uitgestorven, dus waarom zou je die geloven?
Ergens zou ik het best wel awesome vinden als de wereld echt vergaat omdat die kalender ophoudt. Een symbolische dikke middelvinger tegen al die gekken in Amerika die elk jaar weer een andere datum uitkiezen waarop volgens hen de wereld zou vergaan. Je wordt er toch gek van! Dat je de week van tevoren enorm hamstert en als een gek je ondergrondse bunker aan het inrichten bent... voor niets.

De kans bestaat dus dat we er binnenkort allemaal niet meer zijn. Wat doen we in de tussentijd? Grote gebaren maken als enorm veel geld afstaan aan armen, een wereldreis maken die ons lichamelijk en geestelijke verrijking biedt... Heel leuk en aardig en zo. Maar als puntje bij paaltje komt eindig je toch op de bank, met een pizza en een of ander hersenloos programma op de buis. Met ‘No surprises’ van Radiohead op de platenspeler.
En de komende anderhalve week zit je in zenuwachtige, nieuwsgierige afwachting op de bank voor die grote knal, dat allesverzengende vuur... of gewoon om te zien dat het zoveelste talent weer twee seconden beroemd mag zijn. Voor dat hij of zij weer ruw van het podium wordt gegooid voor de volgende aap met kunstjes. En ondertussen twittert de zoveelste ‘Bekende Nederlander’ iets enorm oninteressants, dat de volgende dag groot op de voorpagina van de Telegraaf staat.

Nederland, de wereld –er klopt helemaal niets van. Maar wie defibrilleert er? Of wie is er moedig genoeg om de stekker eruit te trekken en een hele samenleving weer opnieuw in te richten?
Totdat er iemand op staat om dat te doen waar anderen te laf voor zijn, gaan we gewoon maar door met ademen, stemmen we weer massaal op een nieuwe talentloze eendagsvlieg, hopen we weer dat één-dimensionale boeren de liefde van hun emotieloze leven vinden en heffen het glas op nog een jaar waarin de wereld mogelijk, maar waarschijnlijk niet, vergaat.

Want uiteindelijk is het allemaal onzin. Dat je druk maakt om een einde dat over anderhalve week komt of wanneer je oud en rimpelig bent –het komt allemaal aan op dat éne ding, die universele wetenschap:

De mensheid is een klucht.

Ciao,

Daan


www.daankusen.wordpress.com

vrijdag 14 december 2012

Het onvermijdelijke treingesprek

Lieve Bram,

Het hebben van een goed gezelschap onderweg is belangrijk. Misschien wel even belangrijk als een goede zitplek en het niet in de buurt zitten van iemand met Skrillex op geluidsniveau atoombom. Oh, en zo ver mogelijk verwijderd zijn van mensen die friet met uitjes, sinaasappels of salami eten is ook niet geheel onbelangrijk. Maar het lijkt tegenwoordig wel alsof we geen gezelschap meer willen, Bram. We zijn stuk voor stuk autisten, maar we vinden onszelf sociaal.

Je kent het wel, Bram. Soms kom je wel eens met iemand in de trein die je lang niet gezien hebt. Je zag diegene al op het station, maar toen stond je nog lekker aan je sigaret te hijsen en had diegene je -godzijdank- niet gezien. Maar dan gebeurt het ergste. De persoon in kwestie stapt in waar jij net bent gaan zitten. En die persoon tegen je begint te praten. Zo begint het allemaal, Bram. Het onvermijdelijke treingesprek.

Ik schaam me dat ik soms mensen probeer te vermijden, maar soms heb ik er gewoon echt geen zin. Zo zat ik twee dagen geleden met een oud-klasgenoot opgescheept in de Sprinter richting Den Bosch. Godsamme man, ik weet dat je dit nu leest. Het is niet persoonlijk, trek het je niet aan. Je zei immers zelf dat ik moest bloggen over alles wat in me opkwam. Maar het gaat dan over onderwerpen waarover ik niet wil praten, ik praat tegen een persoon die ik niet wilde zien, op een plek waar ik niet wilde zijn. Ultieme diarreeopwekker. Maar eigenlijk heb ik best wel gelachen. En lachen doe ik niet met harde muziek in mijn oren, starend naar regendruppels op het raam. Het is alleen de angst om te praten. Mensen vermijden lijkt zo makkelijk.

Het bange van mensen zie je tegenwoordig al wanneer ze voor de deur van de trein staan. Mensen gaan ver voor een zitplek, alleen. Gaan de deuren open, worden de mensen die uitstappen niet voorgelaten. Egoïstisch? Zeker. Als hunkerende gieren rennen we op het autisme af, een plekje voor onszelf. Het liefst met een tas ernaast, zodat er niemand bij kan. we ons kunnen insluiten in onze eigen vertrouwde wereld, met een mp3-speler en een telefoon waar we als lijm aan vast zitten gekleefd.We zijn bang voor mensen tegenwoordig, bang om te communiceren.

Wat ik eigenlijk wil zeggen Bram, willen we later geen autistische kinderen uitpoepen die niet op durven te kijken van hun schermpje, dan moeten we NU actie ondernemen. Praat! Ga dat onvermijdelijke treingesprek aan. Mensen kunnen vermakelijker zijn dan een schermpje. Al lach je maar tien seconden, het is het waard. Want geloof me Bram, iPods en telefoons vertellen geen grappen.

Liefs, Iris

PS aan mijn medereiziger: Sorry nogmaals man, het lag niet aan jou. Ik had slecht geslapen. De volgende keer neem ik een thermoskan mee en drinken we koffie. Zonder oordopjes, met ontbijtkoek.

Multicultitaxichaufi

Lieve Iris,

Autorijden is voor sommigen erg lastig. Meerdere dingen tegelijk doen, te veel prikkels binnen krijgen en  in plaats van in de achteruitkijkspiegel kijken of er een auto aan komt, kijken ze of hun lok nog wel sexy genoeg over hun voorhoofd valt. En ja, Iris. Dan gaat het mis.

Je hebt van die gevaren op de weg. Echt waar, Iris. Zelfs als je tijdens het afrijden je kapsel fresht in de binnenspiegel, haal je hem. Want ja, je moet er natuurlijk wel goed uitzien voor het laatste ritje met die leuke rijlesman. Enfin. Woensdagavond heb ik een autoincident gehad. Nee, Iris. Geen ongeluk. Een incident met een auto. Een taxi om precies te zijn. Met een Turkse chauffeur. Een multicultitaxichaufi-incident.

Ik heb niets met taxi's, Iris. Alleen in New York. Gewoon lekker in een knalgele kanarietaxi rondrijden en maar een beetje naar buiten te kijken terwijl de Afro-amerikaan die achter het stuur zit die tussentijds een huwelijkscrisis aan het oplossen is. Hier in Nederland zijn het stijve, oude mannen die willen praten over de wedstrijd koekleien die zijn vrouw afgelopen weekend gewonnen had. Of het is een multicultitaxichaufi die in een naar wierook geurende rammelbak zijn rijbewijs op het spel zet terwijl hij harde buikdansmuziek luistert. Daarom hou ik niet van taxi's.

Maar toch moest ik eraan geloven woensdag. Geen treinen meer en een nachtje in eigen bed zou toch wel fraai zijn, Iris. We maakten een mooi dealtje met een multicultitaxichaufi en reden naar Tilburg. Met brede glimlachen en zwaaide handen stuurden we hem weer terug naar Eindhoven. Met onze tas. En een multicultichaufi en een tas met dure spullen. Wat denk je dan, Iris? Inderdaad. Die blijft gewoon liggen en krijg je netjes terug. Ik ga weer van taxi's houden, Iris. Alleen multicultitaxi's.

Liefs,
Bram

donderdag 13 december 2012

Wat als?- Door Iris Muller

Lieve Iris en Bram,

Jullie kennen mij vast nog wel. Ik ben dat vervelende kind met wie jullie een jaar lang op school hebben gezeten. Laatst, toen ik op weg was naar Leiden, zag ik ergens op een muur OCTO staan. Het is zo’n mooi moment dat jullie nu weten waar ik aan denk.

Ja, Octo. Daar heb ik goede herinneringen aan, Iris en Bram. Schuddebuikend zie ik mezelf nog zitten in de aula van de FHJ. Toch denk ik dat het Octo niet altijd makkelijk is afgegaan. Waarom ik dat denk? Kennen jullie de Tina, Iris en Bram? Daar stond altijd zo’n rubriek achterin: O jee! wat nou? Kleine meisjes mochten daar dan vragen naartoe sturen die dan beantwoord werden door ‘iemand die er verstand van had’. Een soort van psychologisch spreekuur in een tijdschrift – in 200 tekens.
Nu ben ik van mening dat Octo dit ook heeft meegemaakt, Iris en Bram. Niet dat zij een adviesgever was. Nee, stel je voor: Octo die met haar roze bergschoenen advies gaat geven. Nee, Iris en Bram, het is vele malen erger. Octo was een van hen. Octo was zo’n meisje dat zo onzeker was als de pest. En daarom schreef zij, met lood in haar roze bergschoenen, op een dag de volgende brief naar de Tina:

“Beste Tina,
Ik heb een probleem. Daarom schrijf ik u. Ik ben een meisje van 15 en ik weet bijzonder veel. Ik heb de ziekelijke drang om dit aan zo veel mogelijk mensen duidelijk te maken, onder andere door het stellen van adequate vragen die bij het onderwerp aansluiten. Ik wil beter zijn dan anderen, omdat ik mij besef dat ik daadwerkelijk beter ben dan anderen. Ik heb ook, sinds kort, een vriendje. Hij is niet zo slim als ik. Dat stoort mij. Hij wil met me kussen en soms gaat hij onder mijn shirt. Ik vind dat niet fijn. Wat moet ik doen?
Groetjes van een anonieme allesweter”

Op zulke momenten zou ik willen dat ik op die dag werkzaam was als probleemoplosser bij Tina. Dan had ik een mooi antwoord gehad, Iris en Bram. Dat zou er ongeveer zo uit hebben gezien:

“Beste anonieme allesweter,

Het is algemeen bekend dat jongeren van 15 willen experimenteren met seks. Laat je eens goed neuken in verschillende standjes, hoeken en gaten. Wie weet neemt je ziekelijke drang om iedereen lastig te vallen met je alleswetendheid dan af. Dat zou in ieder geval een stuk beter zijn voor de mensheid.

Zonder vriendelijke groet, Iris.”

Dat zou het worden, Iris en Bram. Stel jullie eens voor, dat zij dit op vijftienjarige leeftijd daadwerkelijk te lezen zou hebben gekregen. Wat zou het leven er dan anders uitzien. Wij zouden allemaal een stuk gelukkiger zijn  als (ex-)journalistiek studenten. En Octo? Ik denk dat zij op de bank was geëindigd, waar ze samen met haar vriend vast vele standjes heeft geoefend. Wanneer zij zich niet in allerlei hoeken, standjes en gaten laat nemen maakt ze foto’s van haar kleine, dikke kinderen die ze dan, inclusief poepluiers, op Facebook plaatst. Octo, de zestienjarige Facebookmoeder. Ik zie het voor me. Jullie?

Dikke lebbers,

Iris

PS. Ik vind het best grappig. Als ik een jongen was, zou ik Bram heten. Nu heet ik Iris. Nu is het net alsof ik een brief schrijf naar mezelf en mijn mannelijke ik.

Iris haar persoonlijke blog is te volgen via www.irisxxm.wordpress.com

Het autorijden-gen

Lieve Bram,

Hoe sommige mensen gisteren al zoekend naar hun zwartgelakte trouwschoenen bepaalden dat ze toch maar nee zouden gaan zeggen tegen hun bruid, maakte ik me druk om iets heel anders. Mijn rijles. Om precies te zijn mijn eerste (zesendertigste met vier maanden ertussen). Want na vier maanden wist ik het weer, Bram. Ik kan eigenlijk helemaal niet autorijden.

Terugdenkend aan mijn eerste rijlessen krijg ik rillingen, stuiptrekkingen en hartkloppingen. Ik dacht dat ik het wel zou kunnen. Mijn vader kan goed rijden en mijn moeder ook. Ik was bezitter van het ik-kan-zeker-goed-rijden-gen, dacht ik. Ik reed mijn dorp uit, sturend met één hand. Als een echte professional probeerde ik de auto achteruit in te parkeren. In termen ook wel fileparkeren genoemd. Al improviserend zag ik mezelf rijden in een strakke matzwarte Mercedes. Ik vergat een klein beetje dat er ook auto's aan konden komen. En mensen, nog erger. En daar reed ik, op een lesauto in. Het autorijden-gen bestaat niet, Bram.

Ik was niet de enige die hartkloppingen kreeg. Mijn instructeur kreeg ze ook, Bram. Gelukkig niet bij mij. Maar daar gaat het niet om. Mijn instructeur moest rust houden, mocht alleen nog rijden met mensen die het al redelijk konden. En vreemd genoeg hoorde ik daarbij. Ik snap nog steeds niet waarom. Ernstige ingrepen mocht mijn instructeur een tijdlang niet doen, want dat was te veel inspanning. En daar ging hij toen, na mijn rijles, op bezoek in het ziekenhuis. Controle.

'Heeft u nog ingrepen moeten doen tijdens de rijlessen?'
'Nee.'
'Zeker weten?'
'Ofja, toch wel. Van een blond meisje dat bijna een paaltje ramde op een vluchtheuvel. Ofja, bijna...'
'Oh...'

Ja Bram, ik geef het toe. Ik heb het onderschat. Het lijkt allemaal makkelijker dan het is. Want het gaat niet echt om op het gas stampen en de rem onder controle houden. Het gaat om oplettendheid en vooral rustig zijn. Dat is voor een stuiterende , niet-oplettende kleuter nogal moeilijk. In elk geval bestaan er nog chauffeurs. Die kan mij dan rondrijden in mijn matzwarte Mercedes. Want die komt er, Bram. En dan mag jij meerijden. Achterin, veilig in de gordel.

Groetjes, Iris

woensdag 12 december 2012

12-12-12

Lieve Iris, 

Het is vandaag woensdag. Brakkekakwoensdag. Wegzwijmelbijeencollegewoensdag. Neusvreetwoensdag en Hetisbijnakerstwoensdag. Maar vandaag is het meer. Vandaag is bijzonder. Vandaag is het de twaalfde dag van de maand, de twaalfde maand van het jaar en het twaalfde jaar in de éénentwintigste eeuw. Is dat niet even leuk? Nee. 

Naast alle woensdagen die ik je net heb genoemd, Iris, is het vandaag ook nationale trouwdag. Overal in het land draaien onderwijsambenaren overuren als trouwambtenaar terwijl ze ook nog het buffet verzorgen. Weltelteefjes, boterkoek en slappe koffie vullen de magen van de gemeentelijke trouwgangers. Ik kan me bijna niet voorstellen dat mensen die werkzaam zijn bij de gemeente Lutjegast te wachten zitten op een dag om de vijf minuten Jason Mraz uit de speakers te horen terwijl er in de andere trouwzaal een droevige trompetdeun klinkt. Weer een toekomstige scheiding die officieel gemaakt wordt. 

Kijk, Iris. Toen Maxima en Alex trouwden op twee februari was het leuk. Iedereen deed het. En nee, zij trouwden niet om twee minuten over twee 's nachts. Nu doen mensen dat wel. Twaalf twaalf twaalf twaalf twaalf. Ik durf te wedden dat er nog nooit zoveel gekust is op één bepaald moment. 

Maar wat maakt deze dag nou zo speciaal, Iris? Oké, als je trouwt dan snap ik het. Maar om nou tijdens je lunchpauze om twaalf over twaalf een Tweet de wereld in de dat het zo laat is. Ik snap het nut er niet van. Het zal wel hetzelfde zijn als Sonja Stoepglij die tweet dat het sneeuwt. En iedereen doet hetzelfde. Anders hoor je er niet bij. 

Ik ben blij dat deze onzin voorbij is. Gelukkig is er geen dertiende maand in het jaar. Al zie ik genoeg mensen op 13 januari 2014 de wereld laten weten dat het, als je de maanden gewoon doortelt, 13-13-13. Ik gok dat Britt Dekker dan gaat trouwen. Mocht het zo zijn, dan trek ik me terug in mijn kamer. Dan bak ik een spruitjestaart en drink ik geitenmelk en hoop dat het gevoel heel snel weggaat. 

Liefs, 
Bram

dinsdag 11 december 2012

Ik keek op Twitterprofielen en zocht de grootste anti-helden

Lieve Bram,

Wat mensen de wereld in slingeren interesseert mij al zolang ik Twitter heb. Anders zat ik ook niet zo vastgeplakt aan mijn iPhone. Wij samen zijn Bonnie st. Claire en een borrel, Gerard Joling en een glitterjas, een kat en een blikje Shiba en ga zo maar door. Ik dwaal af. Twitter interesseert mij. En het leukste is nog wel de beschrijvingen van mensen op Twitter. Je leert mensen kennen door 140 karakters. Ik zocht de drie grootste anti-helden op de wereld van het blauwe vogeltje en leerde ze kennen.

Ik keek een beetje rond in de donkere grotten van Twitter en ik zag het profiel van @flashpointRiss. Deze beste man, Rutger, heeft een licht ingetogen foto, gemaakt door waarschijnlijk zijn moeder of zus. Wat staat er in zijn beschrijving? Hij wil graag meer YouTubekijkers. Dus ik ging kijken op zijn YouTube channel. Want hij wilde meer views. Ik zag hier dat Rutger van Minecraft hield. En dat hij graag met zijn hoofd op beeld komt, terwijl hij meer een radiokop heeft. Ik weet zelfs wat Rutger vrijdag 23 januari een scoutingavond heeft gehad en dat hij daar vet veel zin in had. Op 29 december verveelde hij zich. En nog een paar dagen meer. Wat Twitter een mens leert, Bram.

De volgende genie zag ik via de hashtag #TVOH. Deze hashtag is als een verzamelplaats voor hoeren, zwervers en Facebookmoeders die simpelweg zin hebben in weinig hersenactiviteit. Dat past wel bij ze, zo zie ik bij @maxroskam. In zijn Twitterprofiel staat het veelzeggende: #1 tammie (de kerstman) #2 bart en don #3 rivka #4 de rest. Ik weet inmiddels dat Max/Tammie van de kerstman houdt. En de rest is nummer vier. Tijd om verder te speuren. Max koermet wel eens. Want gourmet is te mainstream. Max of Tammie gunt mensen uit zijn klas heel veel. Beats van Dr. Dre, nagels, een blikje. Wat een liefhebbend mens, die Max. of Tammie. Ik gun hem ook heel veel. Maar dat is minder leuk en lief, Bram.

De allerleukste bewaar je voor het laatst, Bram. Zo is het en zo blijft het. Dus maak kennis met @anamachtalena. Het schrijven van haar naam lukte nog niet zo, vandaar de naam. Ik snap het ook wel. In haar profiel vertelt ze ons dat ze werkt bij 'stigting' pamijer en ze woont sinds kort 'begelijd' op zichzelf.  Anna speelt graag Songpop, dus je kunt haar toevoegen als je zin hebt om te rocken. Op 19 november had Anna een slappe loze nacht. Ik snap niet hoe ze een slappe kan hebben, aangezien ze waarschijnlijk ook nooit een man vindt. Maar ze kan zichzelf zijn Bram, dat zegt ze met de hashtag #boysandgirls. Mooie dingen.

Vroeger leerde je mensen kennen omdat ze een praatje met je maakten. Tegenwoordig leer je mensen kennen via Twitter. Ik wil deze mensen niet belachelijk maken Bram. In tegendeel juist. Mijn fantasie wordt geprikkeld door dit soort Twittermensen. Waar domme mensen al niet goed voor zijn. Ik kan er smakelijk om lachen als ik om hun toekomstbeeld denk. Dat Anna Magdalena een sollicitatiebrief stuurt.

Hoi   ,

ik ben ana magdalena bekendt van twitter weet je wel en ik wil graag zolizieteren als bakker van haamburgus bij mek donels. ik hoop dat jullie mei aanneemt want ik hep veel erfarink vroeger bakde ik altijd haamburgus op de stigting en mense vonde die altij heel lekke. ok ik hoor ut wel. 

doei
ana

Ik zou haar meteen aannemen. Jij?

Groetjes, Iris

De jeugd van tegenwoordig

Lieve Iris,

Ik ben geschokt. Tijdens mijn dagelijkse busreis van het station naar huis liep ik mijn tijdlijn door op Twitter. Daar stond een tweet van mijn vijftienjarige neefje. Dat er meisjes rondlopen die hun ontmaagding op het sociale netwerk zetten. En dat ze jong was. Heel jong.

Laat me meteen duidelijk zijn. Met jonge meisjes heb ik geen moeite. Boven de elf bepaalt nog steeds zelf en dat is een wijze uitspraak. Enfin. Toen ik die leeftijd had, zette ik Legoblokjes met de nodige precisie op elkaar en maakte ik zandkastelen in de achtertuin. Daarna ging ik eten bij mijn overbuurvrouw die tevens onze schoonmaakster was. Daar at ik dan braaf mijn drie aardappelen, zestien sperziebonen en mijn satéschnitzel om nog voor ik mijn laatste hap yoghurt doorslikte, vroeg ik om een snoepje.

Hoe het leven van een huidige vijftienjarige eruitziet? Naar school gaan, gamen, WhatsAppen en je eten naar binnen proppen om nog snel die ene Ping te sturen. Met Lego speel je alleen nog maar op de iPad of computer. En 's avonds spreek je af met een jongen die al jeugdpuistjes heeft om eens een lekker potje te neuken. En ja. Dat moeten je vriendinnen natuurlijk weten. Iedereen maar een appje sturen is preuts, en preuts heeft zijn langste tijd gehad. Dan maar op Twitter. Kan heel de wereld het lezen. En delen.

Vingeren is het nieuwe neuspeuteren in de les, lichaamsvochtschieten heeft het propjestuffen vervangen en in plaats van het licht in iemands oog laten vallen met een geo-driehoek, irriteren de meisjes de jongens met korte boobflashes. Het is niet erg hoor, Iris. Alleen de wereld hoeft het niet te weten. Ik ga me er haast minderwaardig door voelen. Toen ik die leeftijd had waren de enige lippen die ik proefde die van mijn moeder en oppas. Soms die van oma. Maar meer ook niet. Vraag blijft of dat nou aan mij lag, of aan de wereld waarin we toen leefde.

Ik ga nu even een vijftienjarige voelen in deze tijd. Zet jij het even op Twitter voor me?

Liefs,
Bram  

maandag 10 december 2012

Swaggerboy van goud

Lieve Iris en Bram,

Sommige mensen houden van moeilijk. Als we d’r maar met z’n allen omheen kunnen draaien en niemand begrijpt wat wordt bedoeld. Van die verwarring genieten zij het meest. Interessanter doen dan dat ze zijn. Wat makkelijk kan, moeilijk vertellen. Om maar te laten zien wat ze allemaal kunnen en kennen. Woorden gebruiken die zelfs te moeilijk blijken voor wikipedia. Dat anderen dan hun stoffige woordenboek erbij moeten halen en bladeren om maar te begrijpen wat zij duidelijk willen maken.

Ik houd van simpel. Want ik ken een simpele jongen. Hij is de definitie van simpel. Het klinkt als een verschrikkelijke belediging, maar het is het mooiste compliment dat je kunt krijgen. Hij lacht altijd. Hij is niet het zonnetje in huis, maar het LED-lampje dat van kleur verandert, iedere drie seconde. Hij maakt de introductie van een gastdocent in rijm en heeft zijn eigen taaltje. Wanneer een ander ‘swag’  zegt en je met een kaasschaaf over zijn gezicht wil gaan, daar grinnik je er bij hem om. Want dat mag hij. Straattaal wordt schattig door hem.
Schaterlachend vertelt hij dat hij ontslagen werd bij de Mac, nog voordat hij er ook maar één minuut gewerkt had. Zich niet drukmakend om geld, of om ook maar iets. En waar een ander zich schaamt als hij/zij valt, daar vertelt hij trots dat zijn motoriek hem weer eens in de steek liet. Het is een prachtjong.

Hij krijgt weerman Gerrit Hiemstra aan de telefoon terwijl hij op zoek is naar een onbekende Pakistaan. Zulke dingen lijken alleen hem te overkomen. Midden in een gesprek hangt hij op. Een ander zou dat niet mogen. Een ander zou onbeschoft en asociaal zijn. Hij niet. Hij is alleen prettig gestoord.

Mensen begrijpen hem ook niet. En hij begrijpt mensen niet. Maar dat is mooi. Want waar sommigen zich gedragen alsof ze gecompliceerd zijn en hyperintelligent, daar is hij de eenvoudigheid zelve. Met  “ik snap het niet”, als standaardzinnetje, is hij geliefd. En dat is hem gegund. Met hem in de buurt maak je je nooit meer zorgen. Ga je het leven lachend tegenmoet, zonder een cent of een vriendin op de bank.

Hij is zo’n jongen die je om je heen zou moeten hebben als je manisch depressief bent. Of eentje die je zo op je kamer neerzet, om daar alleen maar te staan. Dan glijdt er vanzelf een grijns op je gezicht. Van Daan zouden er meer moeten zijn.

Groetjes,
Jacky

Facebookmoeders

Lieve Bram,

Vieze vrouwen. Ik ken er wel een paar. Niet alleen naar frituurstinkende, snordragende vrouwen, nee, sinds kort bestaat er een nieuwe vorm van viesheid. Vrouwen hebben namelijk de behoefte om alles te delen. Zo ook de poepluierdragende ellende die ze uit zich hebben weten te persen. De Facebookmoeders.

Deze Facebookmoeders houden van kinderen en voelen de druk van andere Facebookmoeders om foto's van hun kroost op het wijde wereld te slingeren. Het ergste zag ik laatst op de Facebookpagina van een 16 jarig meisje. Net bevallen van een kerngezonde zoon. Foto's van zijn blote billetjes in een warm, naar Zwitsal ruikend badje kregen meer dan 40 likes. Want als 16-jarig meisje, net verlaten door je nog jongere vriendje, geef je het goede voorbeeld. En dat moet iedereen zien.

Wat zo dom is aan deze Facebookmoeders is dat ze niet weten wat er allemaal mis kan gaan. Foto's van je kind in bad is natuurlijk enig. Iedereen kwijlt van het zien van een pasgeboren dingetje met grote ogen en kleine grijperige handjes. En zo komt Benno L. alleen maar makkelijker aan rukmateriaal. Het is ranzig, maar de waarheid. De moeders vergeten altijd het vinkje vrienden aan te vinken. En zoals je weet Bram, het kan misgaan als je dat vergeet. Denk maar aan Merthe, dat schaap uit Haren met haar verjaardagsfeest.

Ik mis de tijd dat zij nog gewoon op Hyves zaten, Bram. Toen Facebookmoeders nog lekker krabbelplaatjes en kroostfoto's naar elkaar stuurden. Ze nog aparte mapjes hadden, waarin stond 'kinderen' en dan een leeftijdscategorie. Maar het kan niet meer. De tijdlijn kun je niet negeren en we worden overspoeld met moedergevoelens. Maar ik haat kinderen Bram. Daarom pleit ik voor een moedergevoelens-deelforum. Met een slot erop. Een hele grote, waar alleen moedersleutels in passen. En babyvingers.

Groetjes,
Iris

Verjaardagskringzitsessies

Lieve Iris,

Ik ken ze. Mensen die met hun blije bakkes in de bus gaan zitten en iedereen de oren van de kop aflullen. Bloedirritant, maar dat hebben ze zelf niet door. Het zijn doorgewinterde narcisten. Maar zij mogen dat. Zij mogen over zichzelf praten omdat jijzelf geen dingen met hem wil delen. Dat is volkomen logisch, Iris.

Ik hou niet van zelfpraat. Daarom misschien ook niet van verjaardagen. Van half elf tot zes lachen, zeggen dat je leven geweldig is en informeren naar hun leven terwijl je al lang weet wat ze uitvreten. Want we leven in een moderne tijd, Iris. Mensen van zevenenveertig delen hun lief en leed op Facebook en wij lezen dat. Zo had een van de vriendinnen van mijn moeder donderdag koekjes gebakken en liep ze met de hond door de sneeuw op vrijdag. En dat vertellen ze je dan op verjaardagen. Natuurlijk weet je dat al lang, maar dat zeg je niet. Ook jouw verhalen kennen zij waarschijnlijk, maar toch vragen ze het altijd. Hoe het op school is, hoeveel nieuwe vrienden je gemaakt hebt tussen de verjaardag van je moeder en je broertje, hoe vaak je op stap bent geweest omdat je er nogal vermoeid uitziet. Het is maar een greep uit de vragenorkaan tijdens de verjaardagkringzitsessies.  

Maar je doet het er maar mee. Je moet wat, natuurlijk. Het is hetzelfde als straks die klets met het nieuwe jaar. Iedereen wenst elkaar het beste en niemand meent het. Ikzelf doe het alleen voor de kusjes. Elk jaar mag ik weer een honderdtal wangen kussen. Maar fijn is dat niet altijd, Iris.

Ik hou er niet van om vrouwsnorren te kussen. Nee, Iris. Geen 'ik-drink-mijn-melk-met-een-kleine-tuitmond-melksnor'. Gewoon een lijntje haar met harde stukjes. En volbloed Hollands. Vrouwen die met een kruimellading taart de verjaardag verlaten. Vrouwen die naast het dagelijkse half uurtje haar-en-make-up ook nog vijf minuten vrij maken om hun snor in de krul te zetten en daarnaast ook nog een hele dikke buik hebben. Ik wil er niet meer aan denken.

Voorlopig heb ik geen verjaardagen meer. Alleen een familiediner met kerst. Maar familie moet je koesteren, Iris. Daar ben je automatisch in geïnteresseerd. Dat hoort. Dat post ik dan op Facebook en kan ik het weer vertellen aan de mensen op de volgende verjaardag. Dan lachen de mensen vriendelijk en vinden het fijn dat ik een leuk leven heb. En ik ook.

Veel succes op school deze week,

Liefs,
Bram

zondag 9 december 2012

Willie-wilde-wenkbrauw

Liefste Bram,

Een ritje in de buurtbus lijkt me enig. Lekker met mijn hoofd tegen het dak aan knallen wanneer één of andere vrijwilliger het busje in zijn drie over een drempel stuitert. Lijkt me genieten, echt waar. Vooral als ik dat samen met jou mag beleven. Maar hoe jij geniet van de chauffeur, geniet ik van de mensen die instappen. Één in het bijzonder: Willie-wilde-wenkbrauw, de man die elke rit tot een ware genietrit maakt.

Willie-wilde-wenkbrauw is een man van in de 70. Waarschijnlijk heeft hij geen vrouw, want een echte vrouw knipt ongewenst gezichtshaar weg alsof ze haar lievelingsbuxus aan het snoeien is. Zijn wenkbrauwen zitten wild opgekamd over zijn bril, een modelletje verstrooide professor waar Diederik Stapel jaloers op zou zijn. Uit zijn oren groeien krullen waar menig vrouw van droomt. Willie rijdt iedere dag voor zijn plezier ritjes mee in de bus. Waarschijnlijk omdat hij niets beters te doen heeft met zijn leven, zo dacht ik eerst.

Elke dag neemt Willie-wilde-wenkbrauw plaats op dezelfde plek, vooraan in de bus. Hij praat graag tegen de buschauffeur, die daar niet altijd blij mee lijkt te zijn. Willie vertelt namelijk elke dag hetzelfde. Hoe het gaat met het leven, met zijn hond en hij vraagt of het druk is op de weg. Soms staat hij even op om goed te kunnen kijken wie er in de bus zit. Dan vervolgt hij weer hetzelfde riedeltje. De buschauffeur praat altijd vriendelijk terug. Waarschijnlijk is hij het morgen allemaal weer vergeten. Willie heeft Alzheimer.

Genietend zit Willie, uiteraard zo dicht mogelijk bij de buschauffeur, elke dag uit het raam te turen. Wanneer er een andere bus voorbij komt staat hij op en zwaait hij tevreden, alsof hij zelf de buschauffeur is. Mensen stappen niet uit zonder dat Willie hen gedag heeft gezegd. Zo gaat het met Wilde-wenkbrauw, elke dag opnieuw. Elke rit lacht de buschauffeur. Ik kijk naar hem en besef dat Willie, de man met de slopende ziekte, de hele wereld aankan. Zo moet het leven zijn. Genieten van een simpele busrit. En ik geniet van zijn aanwezigheid, keer op keer. Want het leven is een feestje Bram, ook zonder slingers en ballonnen.

Groetjes,
Iris

vrijdag 7 december 2012

Han de Buurtbusman

Lieve Iris,

Ja. Sneeuw is kut. En ja. De bus ook. Een combinatie daarvan is bijna net zo erg als Sugar Lee Hooper zien buikdansen. Al zou ik vandaag voor die optie hebben gekozen. Want het was koud, Iris. Steenkoud. Drie kwartier lang in de sneeuw wachten op de bus. En niet zomaar eentje. Nee. De buurtbus.

Ken je ze, Iris? Buurtbussen. Van die busjes met reclame aan de buitenkant die bestuurd wordt door net gepensioneerde bijstandsambtenaar. Vandaag was Han mijn buurtbusman. In de zomermaanden had-ie een volkstuintje bij te houden, in de winter reed hij rond in de buurtbus. Eindeloos kilometers maken tussen Liempde en Den Bosch. Dat doet 'ie zo'n twee jaar nu.

Ik had geluk vanmiddag, Iris. Ik mocht als enige in de bus zitten. Naast Han. En Han ging vertellen. Over het potje rummikub dat hij gisteren om twintig over zeven had gespeeld met 'ons Bart van hiernaast', over zijn voorliefde voor een boterham met pindakaas en dat zijn vrouw Hannie vandaag ging patroonbreien met de vrouw van zijn oude beste vriendin.

Han genoot van zijn tijd in de Buurtbus. Dat zag je aan alles. Aan zijn waterige plezieroogjes, aan hoe hij zijn neus snuitte en omdat Han elke afslagmogelijkheid aangreep om mij zo lang mogelijk in de Buurtbus te houden. Van Boxtel naar Liempde rij ik in zeven minuut tweeëndertig. Mijn moeder doet er een kwartier over. Maar Han? Die kaggelde in een zuinig half uurtje van punt A naar punt B.

Toen we in Liempde aankwamen, stapte ik uit. Han liet de deur nog even openstaan om mij een fijn weekend te wensen. Langzaam ging de deur dicht en zwaaide hij mij nog na. Er kwam zelfs een glimlach vanaf. Nog een ritje naar Den Bosch en dan mocht hij weer naar huis. Dan maakt Hannie weltelteefjes voor hem en keken ze samen de gemiste uitzendingen van de EO terug terwijl ze warme chocolademelk drinken. Om vijf voor half tien gaan ze naar bed. Dan leest Hannie de bijbel terwijl Han Buurbussen voor Gevorderden doorbladerd. Daarna gaat het licht uit. Want ja, morgen is er weer een Buurtbusdag.

Zullen wij een keer samen gaan buurtbussen? Dan drinken we daarna een kopje kaneelthee.

Groet en fijn weekend,
Bram

Collectief klagen

Lieve Bram,

Glijdende Gerda of Sonja Stoepglij zijn zeker niet de enige Nederlanders die niet van sneeuw houden. Zo heb je ook nog Uggdragende Ursula, sleeënde Stella, vallende Victor, geïrriteerde Gerda en ballengooiende Barry. Elke Nederlander lijkt op een of andere manier een band te hebben met sneeuw. En dat is geen goede band.

Sneeuw is kut, wit, veroorzaakt ellende maar is best gezellig om te zien. Dat weten we allemaal. Toch komt er elk jaar opnieuw een ware storm. Een social media storm. Een storm van domme, laagbegaafde mensen die denken dat zij de enige zijn die kunnen zien dat het sneeuwt. Spontaan voelt iedereen zich een journalist en de urgentie om heel Facebook vol te janken om melding te maken van die witte bende is hoog. Heel hoog. We zijn geen Stevie Wonder, we zitten niet in een gesloten inrichting (sorry Robert M.) maar toch moet iedereen jouw Facebookstatus liken. Want wat jij vindt van sneeuw doet er toe. Jouw mening is namelijk echt anders dan die van miljoenen anderen. Tja.

Zelf heb ik ook een kuthekel aan sneeuw. Waar ben ik anders een Nederlander voor. Dankzij de sneeuw ben ik afhankelijk van een buschauffeur met krullend, lang oorhaar en een bus die heter is dan de gemiddelde Spaanse peper. Waarin ik verschil van andere mensen is dat ik niet durf te klagen op Facebook. Op Twitter, of elders. Ik klaag wel tegen mezelf wanneer ik met mijn te gladde zolen op mijn smoel terechtkom. Ik houd de eer aan mezelf. Aanpassingsvermogen. Omdat ik weet dat de rest van de Nederland zich ook groen en geel ergert, ogen heeft, ook zeiknat wordt en vertraging heeft door diezelfde sneeuw. Je bent nooit alleen in de ellende.

Sterker nog Bram, in andere landen is het veel erger. In Zweden, Finland, Noorwegen en Ijsland ben je altijd de lul. Hoewel, de treinen rijden daar vaker op tijd dan hier. Alle lekkere wijven lopen alsnog in een klein t-shirtje en een Daisy Duke. Ze gaan gewoon wat vaker naar de bruiningssalon. Ze instagrammen foto's van hun auto's met een halve meter sneeuw er op. Met een smiley en een hartje erbij. Niks negativiteit. Dit, Nederlanders, heet aanpassingsvermogen. Het vermogen om niet te klagen maar gewoon door te gaan met ademen. Maar niet met zuchten.

Ik las laatst dat klagen een gezonde eigenschap is, Bram. Maar ik ben ontzettend moe van het collectieve geklaag van Nederlanders. Ik weet het allemaal wel inmiddels. Helaas zijn Nederlanders te druk met zeuren om ook maar na te denken over zwijgen en aanpassen. Met een chagrijnig hoofd steken we elkaar al klagend aan. Terwijl je van zeuren lelijk wordt. Kijk maar naar de Zweden.

Groetjes,
Iris

donderdag 6 december 2012

Sneeuwsletten

Lieve Iris,

De goedheiligman doet zijn best. Ook al is het je vader. Ik snap het. Teleurstellingen zijn nooit leuk, maar je weet wat ze in 1745 gezegd hebben: een gegeven paard moet je nooit in de bek kijken. Zelfs niet als het paard op een hond lijkt. Een gift is een gift. Ben blij dat Sinterklaas in ieder geval bij je huis is gekomen.

Want de Sint had het zwaar gisteren. Zijn paard had zijn winterhoefijzers al aangetrokken om over de gladde, witte daken te marcheren. Sinterklaas trakteerde treinreizend Nederland voor zijn vaarwel ook nog op een grote zak vertragingen. En iedereen klaagt omdat ze dat niet wilde hebben. Gelukkig ben je niet de enige, Iris.

Zelf geniet ik ook niet van sneeuw. Ik woon twee huizen van een basisschool vandaan en de kinderen vinden het prachtig. Op witte dagen word ik rond een uur of zeventien over acht wakkergeschreeuwd door kleine, dikke kinderen die met een oerkreet sneeuwballen op elkaar afvuren. Maar ik klaag niet.

Als ik tien minuten later naar beneden loop om mijn goedenmorgenpeukje te roken, geniet ik. Van de nicotine, maar ook van de langsglijdende moeders. Vandaag verloor Sonja Stoepglij haar evenwicht recht voor mijn neus. Lachend als Erika Terpstra kwam ze overeind. Ieder heeft zijn eigen vorm van sneeuwpret.

Weet je wat de mooiste verschijning in een winters landschap is, Iris? Sneeuwsletten. Als de sneeuw valt, komen de neknertsen met panterhuid weer uit hun holletjes gekropen. Met drie lagen make-up proberen ze zich te beschermen tegen het gure winterwindje. Met hun BlackBerry proberen ze enigszins nog multiculturaliteit in het winters landschap te brengen. Massaal sturen ze berichten de wereld in dat het sneeuwt. En daar hou ik van. Dan hoef ik ten minste niet naar buiten. Winterdagen zijn ervoor om ongestoord in bed te liggen en te fantaseren. Waarover? Sneeuwsletten in zomerkleding.

Liefs,
Bram

Vijf december ellende

Lieve Bram,

Je vertelt me dat kinderen opgevoed worden met geld. Maar dat niet alleen. Iedereen is een materialistische geld- en spullengeiler tegenwoordig. Ik ook, zo merkte ik gisteren. Een paar weken geleden schreef ik Sinterklaas dat ik een hoed van H&M wilde. Maar alleen van H&M en niet van een andere winkel. Toen het cadeau eraan kwam glinsterden mijn ogen als die van een kind die een leger playmobilpoppetjes krijgt. Maar ik kreeg niet wat ik wilde. Mijn hoed was grijs, niet zwart. Niet bordeauxrood. Had geen suede strik.

Vol vreugde werd me gevraagd of het cadeau van die oude knar naar mijn zin was. Maar ik kan niet liegen, Bram. Of in elk geval, héél slecht. Opeens waren de ogen van mijn hele familie op mij gericht, wachtende ogen, wachtend op antwoord. Stamelend zei ik dat hij 'wel leuk' was. Natuurlijk was die reactie niet goed. Ik moet blij zijn, de playmobilpoppetjesglans moet reflecteren in mijn ogen. Ik moet lachen alsof ik net een hand van Gaston heb gehad, je weet wel, die kale man die wel eens auto's weggeeft waar hij zelf niet in past. Maar dat doe ik niet, Bram.

Nu loop ik richting de stad met een tasje in mijn hand. Met het schaamrood op mijn kaken heb ik de bon moeten vragen aan mijn vader, die dit jaar mijn persoonlijke goedheiligman was. Een dialoog dat mijn karakter tekent.

'Ehm pap, heb jij de bon nog misschien?'
'Bon, waarvan?'
'Van ehm... die hoed'
'Ja die heb ik nog wel ergens.'
'Mag ik hem misschien?'
'Godverdomme, het is ook nooit goed met jou Iris. Je moeder zei het al. Je bent echt verwend.'
'Ja maar, ik had een hoed van de H&M gevr...'
'Hou maar op. Ik ga de bon zoeken. Slaap lekker.'

Wat ik me nu afvraag, ben ik nu echt het verwende kind of is Sinterklaas gewoon hardnekkig? Ik vind het oprecht vreselijk dat ik niet blij kan zijn met 80% van de cadeautjes die ik krijg. Ik haat verrassingen gewoon. Geef me wat ik wil. Ik heb het toch opgeschreven? Ik wil het van die ene winkel, niet van een andere. Of ben ik het vervelende rotkind dat nooit blij is met een cadeau? Moet ik dan maar doen alsof ik iets leuk vind terwijl ik dat niet meen? Het hoedje nooit dragen? Niet eerlijk zijn? Vertel het me, Bram.

Lieve Sinterklaas,

Voor je mijn lijstje leest even naar de opticien gaan zal mij bekoren,
Dan zul je van mij nooit meer geklaag horen.
Het spijt me.
Niet.

Groetjes,

Iris

woensdag 5 december 2012

Rolmodel

Lieve Iris,

Het gaat niet goed met de wereld. Maar dat hoef ik je niet meer te vertellen. Dat deed jij net al. Ik ben het volledig met je eens. Helden worden niet meer geboren in deze tijd. Zelfs Superman en Spiderman zijn slappe aftreksels van wat het vroeger was. Om nog maar te zwijgen over onze muzieksupersterren. 

Het gaat niet meer om het muziek maken, maar om de persoon. Lady Gaga, Justin Bieber. Het zijn allemaal productiesletjes. Justin zette een schattig filmpje op Youtube en zag er ook nog eens leuk uit. Een marketingplannetje bouwen en je bent klaar. Een nieuwe superheldster is geboren. Opgevoed met geld en aandacht. Niet met liefde voor muziek. 

Het zijn allemaal mannetjes. Pure arrogantie in combinatie met geld. Stinkend rijke over het paard getilde creaties met hordes stinkend jaloerse mindermensjes erachter. Het is eigenlijk om te walgen. En dat doen we ook met z'n allen. Of ja. De mensen met muzieksmaak. 

We missen een echt rolmodel in deze wereld. Vroeger hadden we Ali B. Ali was de grootste knuffelmarrokaan van ons land. Met Ali nog op de TV - afgezien van de belachelijke tv-commercial van dat falende telefoonbedrijf -, zou er geen grensrechter letterlijk onder het gras gestopt worden. Ali zou hen toespreken zoals Steve Jobs dat deed en ze zouden het nooit meer doen. Nu kijken ze op tegen een kickboxer die bij het minste iemand een klap op zijn smoel geeft. Dan kun je nog beter een narcist hebben. 

Maar zelf heb ik ook geen rolmodel. Vroeger was het Samson. Die van Gert. Een pratende hond die grapjes maakt is altijd goed. Maar nu? Helemaal geen meer. Ik kijk niet meer op naar mensen. Op een of andere manier stellen ze je altijd teleur. Of ze stinken. Maar dat is weer een heel ander verhaal. 

Groet,

Bram

Vervallen helden

Lieve Bram,

Je schreef me over de liefde. Praat me er niet van. Ik ben dol op mensen, maar dat soort liefde is niet voor altijd. Mensen worden oud, lelijk en krijgen haargroei in hun oren. Van echte liefde ken ik maar één soort, een liefde die ik bij me draag, waar nooit iets of iemand aan gaat tippen. Die liefde is muziek. Ik weet nog goed wie mijn eerste muzikale held was. Niks zoals je schreef over studentikoze rozen, nee, een roos voor altijd. Een rossige roos met lang haar en tatoeages: Axl Rose.

Mijn liefde voor Axl Rose begon, hoe cliche, bij het horen van Sweet Child 'O Mine. Ik wilde zijn Sweet Child zijn, zijn lange haar kammen. Aan zijn doorrookte en doorleefde leren jack ruiken. De geur van een superheld opsnuiven. Zijn microfoon afkussen na een optreden. Ik wilde dat hij mij verwelkomde in de jungle. Zijn jungle. Tegenwoordig ziet Rose er uit alsof hij zelf in zijn eigen jungle heeft gewoond. Een jaar of tien, zonder douche. Met drank in overvloed. Ik ben mijn held kwijt.

Ik zag mijn held veranderen in een lelijke, oude versie van een klein, dik kind. Op het podium kan hij niks meer dan hijgend op adem komen, al rondrennend in een te klein shirt. Hij kreeg ruzie met Slash, de enige man die vrouwen gillend klaar laat komen door met zijn vingers op snaren te strelen. Hij trouwde en hij scheidde weer. Hij kwam voor de rechtbank en verloor. Hij werd een verliezer zonder band maar mèt een vervallen rotkop. Mijn held is tegenwoordig niets meer dan die zwerver met drie tanden en een kromme rug die op Tilburg Centraal mensen lastigvalt voor de Albert Heijn. Geen haar beter.

Ik heb nog een held gehad, Bram. Mijn tweede held was Anthony Kiedis. Kiedis is een stoere vent. In zijn boek schreef hij over zijn leven. In de eerste honderd pagina's beschrijft hij langdradig waar het op neer komt: 'Mijn leven knetterde harder dan die stokjes van smurfenchocolade en ik neukte voor het eerst toen ik twaalf was. Ik verzon liedjes. Oh en mijn vader was drugsbaron en ik jatte van hem. Best lachen allemaal.' Graag gedaan, het boek hoef je nu niet meer te lezen.

Tegenwoordig leeft Kiedis het brave leven van een vervallen man. Hij krijgt nog om de zoveel tijd een shot om van zijn hepatitis af te komen. Heeft 'ie door de drugs opgedaan. Een verhaal dat hij nog wel eens vertelt tijdens de koffie. Misschien leeft hij wel samen met Rose. Eten ze theeleutjes en praten ze samen over anti-rimpelserum, zittend op hun ouderwets uitziende bank, kijkend naar hun oude dvd's uit de tijd dat ze nog echt iets voorstelden. Voordat het afgegleden, kalende mannetjes waren. Rocksterren. Helden. Geile mannen met lang haar, tatoeages en dames met extreem grote nepborsten.

Wat ik eigenlijk wil vragen Bram, waar zijn de helden van tegenwoordig? Ik maak me zorgen om de generatie onder ons die Justin Bieber draait over vijftig jaar. Omdat dat hun jeugdsentiment is. In de toekomst kennen ze geen mannen meer met lange haren en scar tissues. Eigenlijk ben ik maar heel simpel. Ik wil een nieuwe heroinespuitende, langharige, gitaarsmashende muziekheld. Maar tot die tijd draait de verwelkte roos in volle glorie rondjes op de platenspeler. Wat daar kwam muziek uit Bram, dat was muziek.

Groetjes, Iris

dinsdag 4 december 2012

Rottende rozenblaadjes


Lieve Iris,

Ik hou niet van bloemen. Daarnaast ook niet van mensen die hun eigen piemel het liefst in hun anus steken. Maar goed. Terug naar de bloemen. Waarom ik daar niet van hou? Omdat je die om de vier dagen een slok water geven en dat vergeet ik wel eens. Soms krijg ik bloemen voor op mijn kamer. Van mijn moeder. Meestal zijn het rozen. Rode rozen. Maar die houden het ook niet langer dan een paar weken vol. En dat is jammer.

Weet je, Iris, mensen in het echte leven zijn vaak als rode rozen op mijn studentenkamer. Als je ze voor het eerst ziet shinen ze met hun mooie blaadjes en hun schitterende figuur. Een paar weken later is er niet meer over dan een zielig hoopje rottende massa. Grijs als de snuit van Berenbodje die een lijntje genomen heeft en stinkend als olifantenschijt. Al stinken sommige rozen erg dat er geen vlieg van wil eten, maar dat terzijde.

Als ik er zo over denk, is rozengeur en maneschijn niet meer hetzelfde. Alles wat romantiek in zich heeft, verandert in een grote blok ellende. Romantiek bestaat niet, denk ik. Fuck de kaarsjes. Fuck de briefjes waarvan je hoopte dat de schoolmeester hem niet zou onderscheppen. Uiteindelijk zijn wij mannen en vrouwen altijd hetzelfde. Alle vrouwen zijn kuthoeren, alle mannen willen neuken. Daarom werken sexrelaties zo goed. Geen rozen, geen maneschijn. Alleen maar keiharde porno.

Maar toch. Eén keer per dag zet ik de bloementjes wel goed buiten. Dat is mijn favoriete moment in de vierentwintig uur die ik per etmaal doorbreng. Tijdens het schijten. Dan maakt het niet uit. Dan komt de ware geur van rozen naar boven. En dat in een kamertje van één bij één.

Romantiek bestaat niet meer, Iris. Alleen in zoetsappige vrouwenfilms en ook daar is het nep. Ik ga niet meer houden van. Hoogstens een beetje, maar genoeg is dat nooit. Maar je weet wat ze vroeger zeiden. Op elk potje past een deksel. Al is het nu meer belangrijk wat erin hangt.

Gr.
Bram

De Narcist

Lieve Bram,

Mijn brief van vandaag gaat over narcisten. Dat zijn niet die gele bloemen die je in de zomer wel eens ziet, maar zelfgeilende gozertjes met te laag hangende broeken. Veel mensen houden van zichzelf. Ik houd niet van mensen die van zichzelf houden. Jij wel? Erger nog, ik heb er een hekel aan. Ze kunnen het respect niet opbrengen om te luisteren naar iemand anders. En als ze vragen naar jouw dag, veranderen ze het onderwerp al snel naar hun lievelingsding om over te praten: zichzelf. Ken jij zo'n iemand Bram? Ik wel.

Ik ken toevallig zo'n iemand die dol is op lullen over zichzelf. Diegene vertelt alleen echt teveel. Hoe en of er is geneukt dit weekend. En als mensen er achter komen, wordt diegene boos. Terwijl diegene het liefst zijn verhalen via een torentje in Marrakech omroept naar de wereld. Soms vraagt diegene welleens hoe het met mij gaat. Of ik een leuk weekend heb gehad. En dit alleen zodat er ingehaakt kan worden op iets veel leukers. Het weekend van diegene zelf. Dit was namelijk veel stoerder. Geweldiger. Fantastisch. Kwijlend als een pasgeboren baby met buikkramp vertelt diegene over zijn eigen leven. Diegene heeft namelijk zoveel meegemaakt in het leven. Shit man. Ik ben echt een nobody.

Weet je Bram, ik vind dit soort mensen eigenlijk nobody's. Mensen die vaker het woord 'ik' gebruiken dan het woord 'en'. Zoals jij het zou zeggen, ik geniet nul van dit soort mensen. Geilen op jezelf is een vreemd trekje. Ik heb besloten dat ik voortaan hetzelfde terug ga doen. Hoe gaan narcisten om met narcisten? Ik denk dat dit een gezellig onderonsje wordt. Zoals Ans en Hetty die een Latte Machiatto bij de Hema bestellen. Met appeltaart erbij.

'Hé Hetty, hoe was jouw dag? Mijne was geweldig. Ik heb vandaag de hond uitgelaten en het is zo'n mooi beestje geworden. En Hans is gepromoveerd tot hoofd afvalverwerking.'

'Hé Ans, leuk! Maar je wil niet weten wat MIJ vandaag overkwam. Brad, weetjewel, die uit 2 mavo van ongeveer 80 jaar geleden heeft gevraagd wanneer we een keer iets gaan afspreken. Hij vond dat ik er nog zo goed uit zag! Dat snap ik ook wel. Maar hij is zo afgegleden joh. Ik zie er nog zo jong uit vergeleken bij hem. Wat een giller. Ik ga afbellen hoor.'

Zoiets. Wat denk jij?

Liefs, Iris