donderdag 13 december 2012

Het autorijden-gen

Lieve Bram,

Hoe sommige mensen gisteren al zoekend naar hun zwartgelakte trouwschoenen bepaalden dat ze toch maar nee zouden gaan zeggen tegen hun bruid, maakte ik me druk om iets heel anders. Mijn rijles. Om precies te zijn mijn eerste (zesendertigste met vier maanden ertussen). Want na vier maanden wist ik het weer, Bram. Ik kan eigenlijk helemaal niet autorijden.

Terugdenkend aan mijn eerste rijlessen krijg ik rillingen, stuiptrekkingen en hartkloppingen. Ik dacht dat ik het wel zou kunnen. Mijn vader kan goed rijden en mijn moeder ook. Ik was bezitter van het ik-kan-zeker-goed-rijden-gen, dacht ik. Ik reed mijn dorp uit, sturend met één hand. Als een echte professional probeerde ik de auto achteruit in te parkeren. In termen ook wel fileparkeren genoemd. Al improviserend zag ik mezelf rijden in een strakke matzwarte Mercedes. Ik vergat een klein beetje dat er ook auto's aan konden komen. En mensen, nog erger. En daar reed ik, op een lesauto in. Het autorijden-gen bestaat niet, Bram.

Ik was niet de enige die hartkloppingen kreeg. Mijn instructeur kreeg ze ook, Bram. Gelukkig niet bij mij. Maar daar gaat het niet om. Mijn instructeur moest rust houden, mocht alleen nog rijden met mensen die het al redelijk konden. En vreemd genoeg hoorde ik daarbij. Ik snap nog steeds niet waarom. Ernstige ingrepen mocht mijn instructeur een tijdlang niet doen, want dat was te veel inspanning. En daar ging hij toen, na mijn rijles, op bezoek in het ziekenhuis. Controle.

'Heeft u nog ingrepen moeten doen tijdens de rijlessen?'
'Nee.'
'Zeker weten?'
'Ofja, toch wel. Van een blond meisje dat bijna een paaltje ramde op een vluchtheuvel. Ofja, bijna...'
'Oh...'

Ja Bram, ik geef het toe. Ik heb het onderschat. Het lijkt allemaal makkelijker dan het is. Want het gaat niet echt om op het gas stampen en de rem onder controle houden. Het gaat om oplettendheid en vooral rustig zijn. Dat is voor een stuiterende , niet-oplettende kleuter nogal moeilijk. In elk geval bestaan er nog chauffeurs. Die kan mij dan rondrijden in mijn matzwarte Mercedes. Want die komt er, Bram. En dan mag jij meerijden. Achterin, veilig in de gordel.

Groetjes, Iris

Geen opmerkingen:

Een reactie posten